top of page

Marie Cloquet

TRAVELING LIGHT

08/09/2019 - 20/10/2019

Marie Cloquet – Traveling Light
 

The ambivalence of the ruin, the ruin that testifies of both great culture and its inevitable
decline. The wonder evoked by each and every ruin is always accompanied by a feeling of
deep melancholy. Every dilapidated monument, temple or church reminds us of the futility
of human endeavour, the finitude of every culture. They testify to the potency of great
cultures, yet simultaneously contain a warning to every self-aggrandizing culture that seeks
enduring fame. As such, our own (inescapable) future is already foreshadowed in the ruin.

 

Some ruins, however, do not arouse admiration or evoke melancholic humility, but only fill
us with horror. The work of Marie Cloquet (b. 1976) finds its origin in unexpected encounters
with these kinds of ruins. The overwhelming, almost sublime sight of discarded, twisted,
rusted shipwrecks in the Nouadhibou ship graveyard (Mauritania) was not an uplifting
spectacle. The decay visible here was not the result of a grand culture, but the residual
waste of a rapacious consumer society. They are the colossal remnants of a derailed
economic logic that has saddled us with a threatening ecological and humanitarian crisis.
There, on the sun-drenched beach of an African port city, the misconception upon which our
culture is based becomes painfully visible.


In the work of Cloquet, the ruin takes central place. This is evidenced not only in her subjects
(dismantled ships, harsh landscapes, dilapidated constructions, desolate places), but also
(and perhaps especially) in the way she constructs her images, layer by layer. Each work
starts from an analogue photographic recording made with a 35 mm camera. In the dark
room, the negative is projected via a slide projector onto photosensitive paper. The extreme
magnification makes that the print becomes grainy, the image diffuse. By partially dissolving
the image in the materiality of the photographic emulsion, the image already becomes a ruin
in itself. In the next step the artist selects, isolates and tears fragments from the existing
prints and subsequently brings them together as a collage in a new composition. This
composite image is finally treated one last time; using watercolours, the artist smoothens
harsh transitions or enhances, darkens or – inversely – brightens particular elements in the
image.


This layered process has a precise purpose: it actively counters the automatic aspect of the
photographic registration and its sober, matter-of-fact rendering of the world and infuses
the images with a more personal touch. Device versus hand, paint versus emulsion:
photography and painting challenge each other, affect each other. If photography, because
of its remarkable transparency, invites the viewer to step into the depicted world, this very
action becomes impossible in the work of Cloquet. The layers of paint on the image, the
rough edges of the torn pictorial elements, make it clear that what we are looking at is a
surface, an imagined world. It is this very field of tension that compels the viewer to take
position. Not the casual position of a machine that merely confirms what exists, but an
empathetic approach that questions what is shown.

 

Steven Humblet

Marie Cloquet - Scorched earth XV - 2019
Marie Cloquet - Remnants I - 2019 - phot
20190913_AnnieGentils2178web.jpg

Marie Cloquet – Traveling Light


De ambivalentie van de ruïne: tegelijkertijd getuige van een grootse cultuur en van diens onvermijdelijk verval. De verwondering die elke ruïne opwekt gaat dan ook telkens weer gepaard met een gevoel van diepe melancholie. Elk vervallen monument, tempel of kerk herinnert ons aan de futiliteit van het menselijk streven, aan de eindigheid van elke cultuur. Ze tonen wat een grootse cultuur vermag maar bevatten tegelijkertijd ook een waarschuwing aan elke zichzelf overschattende cultuur die zich eeuwigheidswaarde aanmeet. In de ruïne zien we onze eigen (onontkoombare) toekomst reeds aangekondigd.


Sommige ruïnes wekken echter geen bewondering op of dompelen ons niet onder in melancholische nederigheid, maar vervullen ons alleen maar met afgrijzen. Het werk van Marie Cloquet (°1976) vindt haar oorsprong in een onverwachte ontmoeting met dergelijke ruïnes. De overweldigende, bijna sublieme, aanblik van gedumpte, verwrongen, verroeste scheepswrakken op het scheepskerkhof in Nouadhibou (Mauretanië) was geen opbeurend spektakel.

Het verval dat zich hier toonde, was niet het resultaat van een grootse cultuur, maar het restafval van een op roofzucht gebouwde consumptiemaatschappij. Het zijn de reusachtige restanten van een ontspoorde economische logica die ons vandaag met een bedreigende ecologische en humanitaire crisis heeft opgezadeld. Daar, op het zonovergoten strand van een Afrikaanse havenstad, wordt de misvatting waarop onze cultuur is gebaseerd pijnlijk zichtbaar.


Het werk van Cloquet staat in het teken van de ruïne. Dat blijkt niet alleen uit haar onderwerpen (onttakelde schepen, barre landschappen, bouwvallige constructies, desolate plekken), maar ook (en misschien vooral) uit de manier waarop ze haar beelden, laag per laag, construeert. Elk werk vertrekt vanuit een analoge fotografische opname gemaakt met een kleinbeeldcamera. Dat negatief wordt in de donkere kamer via een diaprojector geprojecteerd op lichtgevoelig papier. De extreme vergroting maakt de print korrelig, het beeld diffuus. Door het afgebeelde zo gedeeltelijk te laten oplossen in de materialiteit van de fotografische emulsie wordt het beeld zal al een ruïne. De volgende stap bestaat in het selecteren, isoleren en uitscheuren van fragmenten uit de bestaande prints om deze dan als collage samen te brengen in een nieuwe constellatie. Dit samengestelde beeld wordt ten slotte nog een laatste keer grondig behandeld door met aquarelverf sommige al te bruuske overgangen weg te masseren of door sommige beeldelementen te onderstrepen, te
verduisteren of juist op te lichten.


Het gelaagde proces heeft een precies doel: het automatisme verbonden aan de fotografische registratie, haar nuchtere, zakelijke weergave van de wereld, actief te bestrijden en de beelden op te laden met een meer persoonlijke toets. Apparaat tegenover hand, verf tegenover emulsie: fotografie en schilderkunst dagen elkaar uit, tasten elkaar aan. Terwijl fotografie door haar opmerkelijke transparantie de kijker uitnodigt om in de afgebeelde wereld te stappen, is dit hier niet langer mogelijk. De verflaag op het beeld, de ruwe randen van de losgescheurde beeldelementen, beklemtonen telkens weer dat we naar
een oppervlak kijken, naar een verbeelde wereld. In dit spanningsveld wordt de kijker uitgenodigd positie in te nemen. Niet het gemakzuchtige standpunt van een machine die enkel bevestigt wat is, maar een empathisch inleven dat in vraag stelt wat zich te zien geeft.

Steven Humblet

bottom of page